Longitudinaal interprofessioneel werkplekleren

29 april 2019

Educational project

Longitudinaal interprofessioneel werkplekleren

In dit project is een nieuwe vorm van werkplekleren ontwikkeld om de interprofessionele samenwerking tussen specialisten uit verschillende disciplines en tussen specialisten en andere zorgverleners te verbeteren.

Achtergrond

De huidige vorm van klinisch werkplekleren (het traditionele specialisme-gerichte coschap) sluit steeds minder aan bij de competenties die studenten straks in de praktijk nodig hebben. Ontwikkelingen in de maatschappij en de (dier)gezondheidszorg vragen om andere wijzen van opleiden. Er moet meer focus liggen op handelen vanuit het perspectief van de patiënt, en vanuit de samenhang tussen de verschillende lagen van de zorg (kliniek, eerste lijn en preventie/publieke gezondheidszorg). Om deze reden is in het nieuwe geneeskunde curriculum (CRU+) gekozen voor Longitudinale INtegratie in de Kliniek (zgn. LINK-en). In deze LINK-en werken een aantal medische disciplines samen en is het onderwijs verdeeld in een aantal weken theoretisch onderwijs en een aantal weken klinische stage (coschap) bij de verschillende disciplines. Dit USO-project richtte zich op de ontwikkeling van onderwijs waarmee we deze vorm van werkplekleren zo effectief mogelijk kunnen inrichten.

Projectbeschrijving & doelen

Dit project was gericht op het ontwikkelen van werkvormen waarmee interprofessioneel, patiënt-gestuurd handelen en beslissen optimaal tot hun recht kunnen komen en studenten daadwerkelijk opgeleid worden tot professional van de toekomst. Hierbij werd uitgegaan van de Utrechtse visie op longitudinale integratie coschappen. Als kapstok werd één van de clusters van longitudinale integratie-coschappen gebruikt: LINK-geel.

Doelen

  1. Werkvormen ontwikkelen waardoor studenten aan den lijve ondervinden hoe (en waarom) interprofessioneel handelen werkt, voor de patiënt en voor de zorgverlener.
  2. Studenten leren academische kennis te integreren in de praktijksetting.
  3. Student leren denken vanuit de samenhang tussen de verschillende lagen van de gezondheidszorg en de maatschappij.

Leerdoelen

De student kan interprofessioneel handelen vanuit het patiëntperspectief:

  1. De student behandelt patiënten met respect en kent zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid als arts.
  2. De student begrijpt de perspectieven van de verschillende lagen van de gezondheidszorg en neemt deze verschillende perspectieven mee in het dagelijks handelen als zorgprofessional.
  3. De student communiceert adequaat met relevante stakeholders over het oplossen van een gezondheidsprobleem.
  4. De student werkt samen met relevante stakeholders rondom een gezondheidsprobleem.

Resultaten

Het eerste half jaar is gebruikt om te inventariseren welke werkvormen mogelijk waren. Op basis van deze inventarisatie is er gekozen voor het ontwikkelen van een simulatieweek waarin studenten in groepjes aan de hand van casuïstiek oefenen met samenwerken met verschillende professionals. De simulatieweek is opgenomen als regulier onderwijsonderdeel in masterjaar 2 van Geneeskunde en in jaar 2 van het SUMMA curriculum. Ruim 400 studenten hebben de interprofessionele simulatieweek inmiddels gevolgd (red. d.d. april 2019). De interprofessionele simulatieweek is de laatste onderwijsweek in een blok van zes weken voorafgaand aan het coschap. Het onderwijs wordt iedere zes weken gegeven dat komt neer op acht simulatieweken per jaar. Dit onderwijs wordt sinds september 2017 gegeven. De werkzame elementen van het onderwijs gaan we toepassen in andere projecten in medische vervolgopleidingen en nascholing rondom antibioticaresistentie en de nieuwe uitkomstmaten voor de integrale geboortezorg.

De simulatieweek bestaat uit vier dagen onderwijs: één trainingsdag en drie simulatiedagen (zie Figuur 1). Tijdens de trainingsdag worden er vier workshops gegeven ter voorbereiding op de simulatiedagen. Elke simulatiedag speelt een student een andere rol; één dag als arts uit de tweedelijn (kno-arts, dermatoloog, oogarts), één dag uit de eerstelijn (huisarts) en één uit de nuldelijn (Jeugdarts, arts infectieziektebestrijding, bedrijfsarts). Studenten oefenen samenwerking aan de hand van patiënten casuïstiek onder tijdsdruk en een ‘MultiDisciplinair Overleg’ (MDO).

Blokkenschema Simulatieweek

Figuur 1. Blokkenschema Simulatieweek

De simulatieweek bevat de volgende onderdelen:

  1. Trainingsdag: Introductie en verschillende workshops ter voorbereiding op de simulatiedagen
  2. Kennismaking: Door specialist die werkzaam is in de rol die de student die dag speelt.
  3. Poli:
    – Vakinhoudelijk opdrachten: opdrachten die studenten kunnen oplossen vanuit het discipline waar ze zich die dag mee bezighouden.
    – Interprofessionele opdrachten: opdrachten waarbij studenten (in)direct contact hebben met collega’s uit een andere discipline (bijv.  bellen en brieven schrijven).
  4. MDO: Multi Disciplinair Overleg. Iedere rol heeft eigen informatie ontvangen en onder begeleiding van dezelfde specialisten als bij de kennismaking.
  5. Afsluiting: ervaringen van de bespreken en concrete feedback op één van de workshop onderdelen van de trainingsdag. Bijv. brieven die ze geschreven hebben.

Evaluatie

Om te toetsen of het onderwijs aan de gestelde doelen/competenties voldeed en om de werkzame elementen aan te wijzen (zie Aanbevelingen) is het onderwijs op doormiddel van vragenlijsten, observaties en focusgroep interviews geëvalueerd. De simulatieweek werd erg positief beoordeeld door studenten én docenten. Studenten gaven aan perspectieven van de verschillende lijnen in de gezondheidszorg beter begrijpen. Ook gaven ze aan dat ze een beter beeld hebben gekregen welke informatie relevant is in interprofessionele communicatie. Het meeste effect werd gezien voor de nulde lijn gevolgd door de eerste lijn en minimale ontwikkeling voor de tweede lijn. De interviews lieten zien dat de studenten de leerdoelen behalen. Observatie bleek in de praktijk geen geschikte manier van evalueren voor deze onderwijsvorm.

De volgende elementen van het onderwijs zijn als zeer werkzaam ervaren:

    • Intensieve samenwerking oefenen in een toegewezen team
    • Rollenspel: door het plaatsen van deelnemers in een rol begrijpen zij de perspectieven beter.
    • Tijdsdruk: door de tijdsdruk was efficiënte communicatie vereist en worden deelnemers gedwongen keuzes te maken tussen hoofd- en bijzaken.
    • Veilige leeromgeving om vaardigheden te oefenen die tijdens een coschap niet zomaar geoefend kunnen worden.
    • Feedback van simulatiepatienten/artsen/andere professionals waarmee je contact hebt.
    • Toepassen van kennis eerder onderwijs.
    • Actieve deelname als toetsing, geen zorgen over een cijfer maar zeer gemotiveerde studenten.

Publicaties

  • Wetenschappelijk artikel: ‘Using simulation to practise inter- and intraprofessional communication skills in undergraduate medical education’ (submitted).
Print

You are free to share and adapt, if you give appropriate credit and use it non-commercially. More on Creative Commons

 

Are you looking for funding to innovate your education? Check our funding calender!