Wat is Community Engaged Learning?
Er is in het onderwijs aan de Universiteit Utrecht steeds meer aandacht voor Community Engaged Learning (CEL) omdat zij haar studenten graag op wil leiden tot maatschappelijk betrokken burgers. In elke opleiding zouden studenten de kans moeten hebben om samen met docenten en organisaties uit het werkveld te werken aan complexe maatschappelijke vraagstukken. Maar wat houdt Community Engaged Learning eigenlijk precies in? In dit artikel bespreken we de belangrijkste kenmerken, de impact voor studenten, docenten en betrokkenen uit de maatschappij en welke discussiepunten er zijn rond CEL.
Wat is Community Engaged Learning?
Community Engaged Learning is ervaringsgericht onderwijs waarin studenten, docenten en externe partnerorganisaties samenwerken aan maatschappelijke vraagstukken waar zij allemaal belang bij hebben of in geïnteresseerd zijn. Deze externe partners zijn bijvoorbeeld organisaties in de publieke sector, non-governmental organisations (NGO’s), onderzoeksinstituten, sociale ondernemingen of gemeenschappen in de samenleving. Op deze manier wordt academisch onderwijs dus gecombineerd met betrokkenheid in de maatschappij. Deze vorm van onderwijs wordt soms ook wel (community) service-learning genoemd (Bringle & Hatcher, 1995). De UU geeft voorkeur aan de term CEL, omdat daarin gelijkwaardigheid en wederkerigheid in de samenwerking met de externe partners expliciet tot uitdrukking komt.
Geen onderwijs vóór de maatschappij, maar mét de maatschappij
De focus van CEL ligt dus op maatschappelijke vraagstukken van gemeenschappelijk belang. Daarom is er in de samenwerking tussen universiteit en externe partners directe interactie tussen studenten, docenten, professionals uit het werkveld en/of mensen uit een specifieke doelgroep. De universiteit komt dan ook niet louter data verzamelen of kennis uit onderzoek delen; voorop staat dat daadwerkelijke vraagstukken uit de samenleving samen worden opgepakt.
Docenten, studenten en professionals uit het werkveld worden in CEL onderwijs aangemoedigd om op een gelijkwaardige en wederkerige manier samen te werken (Butin, 2010; Farnell, 2020). Op die manier kan ieder waardevolle kennis inbrengen, en leren de betrokkenen van én met elkaar. CEL is dus geen onderwijs vóór maar mét de maatschappij.
Bijdragen aan een betere wereld
Vaak ligt aan CEL een ideologisch gedachtegoed ten grondslag; het idee dat de samenwerking tussen studenten, docenten en externe partners bijvoorbeeld een bijdrage levert aan een meer duurzame wereld of een inclusievere samenleving (Farnell, 2020). In de praktijk brengen studenten samen met hun docenten, externe partners en doelgroep een verandering teweeg, hoe klein ook. Dat de maatschappelijke impact die CEL nastreeft in de praktijk vaak te bescheiden blijft om echt blijvende verandering te genereren is gelijk ook de grootste kritiek (Butin, 2010; Farnell, 2020). De maatschappelijke impact is echter niet de enige opbrengst die binnen CEL wordt gewaardeerd. Ten minste net zo belangrijk zijn de, op het eerste gezicht wat ‘onzichtbare’, opbrengsten die door het proces van samenwerken worden gegenereerd. In de praktijk geven maatschappelijke partners bijvoorbeeld aan dat ze het waardevol vinden om met hun perspectief bij te dragen aan de opleiding van studenten. Het helpt hen tegelijkertijd ook in het eigen denkproces om te horen hoe een jonge(re) generatie aankijkt tegen thema’s die voor hen belangrijk zijn.
Wat vraagt CEL van studenten en docenten en wat levert het hen op?
Het leren door CEL is ervaringsgericht; studenten doen kennis niet op vanuit de boeken, maar leren door te doen en door te interacteren met partnerorganisaties of gemeenschappen in de samenleving. Om het academische karakter van het onderwijs te waarborgen, neemt het koppelen van het vraagstuk aan de wetenschappelijke literatuur een belangrijke plaats in. Daarnaast is reflectie op de opgedane ervaringen van belang om er betekenis aan te geven. Dit kan reflectie zijn met medestudenten, de docent, de partnerorganisatie of individueel. Dit vraagt van studenten dat ze om kunnen gaan met ondoorzichtigheid en complexiteit. Een leerervaring in een CEL-context kan daarom zowel behoorlijk ontregelend als betekenisvol zijn voor studenten (Butin, 2010).
CEL vraagt ook een grote flexibiliteit van docenten. Ze hebben minder de rol van expert en meer die van coach die helpt bij het omgaan met ambiguïteit en die diepgang in de reflectie stimuleert. Van zowel studenten als docenten vraagt het om respectvol om te kunnen gaan met externe partnerorganisaties. Ook roept CEL soms vragen op over de waarde en beperkingen van wetenschappelijke kennis en onze impliciete aannames over leren. Ook dit is iets waar een docent mee om moet kunnen gaan en met de studenten bespreekbaar moet kunnen maken. Voor alle samenwerkende partijen geldt dat ze zich open moeten stellen voor het delen van ervaringen en kennis en het gezamenlijk leren.
Uit onderzoek blijkt dat CEL behalve academische leeropbrengsten ook opbrengsten kent op het gebied van burgerschap, zoals culturele competenties en het meer open staan voor diversiteit. Bovendien zijn er leeropbrengsten in de persoonlijke en professionele ontwikkeling, zoals identiteitsontwikkeling en ontdekken wat je wilt en kunt met je academische kennis (Celio et al., 2011; Warren, 2012; Thomson et al., 2011). Ook deze elementen zorgen ervoor dat CEL een betekenisvolle leerervaring kan zijn voor studenten, en ook voor de andere deelnemers.
Community Engaged Learning aan de UU
De Universiteit Utrecht streeft ernaar om studenten door middel van CEL betekenisvolle ervaringen en vaardigheden mee te geven om in de toekomst hun verantwoordelijkheid richting de samenleving vorm te kunnen geven. Deze maatschappelijke betrokkenheid is dan ook een centraal onderdeel van de Utrechtse onderwijsvisie en het onderwijsmodel dat hieruit voortkomt (https://www.uu.nl/onderwijs/onderwijsvisie). Voor praktijkvoorbeelden van recent CEL onderwijs aan de UU zie: Community Engaged Learning – Onderwijs – Universiteit Utrecht
Als je docent aan de UU bent en je CEL onderwijs wilt opzetten of verbeteren kan de UU je daarin ondersteunen, zie op het intranet: https://intranet.uu.nl/en/community-engaged-learning
References
- Bringle, R. & Hatcher, J. (1995). A service learning curriculum for faculty. The Michigan Journal of Community Service-Learning, 2, 112-122.
- Butin, D.W. (2010). Service-learning in theory and practice: The future of community engagement in higher education. New York: Palgrave Macmillan.
- Celio,C.I., Durlak, J., & Dymnicki, A. (2011). A meta-analysis of the impact of service-learning on students. Journal of Experiential Education, 34(2), 164-181.
- Farnell, Th. (2020). Community engagement in higher education: Trends, practices and policies. NESET report. Luxembourg: Publications Office of the European Union. doi:10.2766/071482.
- Thomson, A.M., Smith-Tolken, A.R., Naidoo, A.V., & Bringle, R.G. (2011). Service learning and community engagement: A comparison of three national contexts. Voluntas, 22, 214-237.
- Warren, J.L. (2012). Does service-learning increase student learning? A meta-analysis. Michigan Journal of Community Service Learning, 18(2), 56-61.