Blended learning: de toets en de docent

13 mei 2015

Educational project

Blended learning: de toets en de docent

Dit project beoogt een innovatieslag te maken in de toepassing van e-learning in een vernieuwde onderwijssetting. Omdat de combinatie van nieuwe technologie en bestaande onderwijsvormen (blended learning) een nieuwe didactiek vereist, wordt in dit project ook het onderwijs zelf, onderwerp van onderzoek.

Achtergrond

Om het onderwijs structureel te verbeteren met de inzet van E-learning, is onderbouwing door onderzoek voor de best passende onderwijsvorm noodzakelijk. Daarnaast vraagt de combinatie van nieuwe technologie en bestaande onderwijsvormen om een nieuwe didactiek. Daarom is in dit project ook de didactiek van het onderwijs onderwerp van onderzoek, waarbij het effect van gemengde leervormen, groepsgrootte, frequentie van bijeenkomsten op het leerresultaat en motivatie van studenten en docenten centraal staat.

Doelen

Het doel van het project was het doen van literatuur- en toepassingsgericht onderzoek naar:

  1. De effecten van blended learning op de efficiëntie en effectiviteit van het onderwijs (leerprestaties, kennisretentie, waardering)
  2. De effecten van blended learning op het leergedrag van de student (leergedrag, studielast, motivatie)
  3. De effecten voor de docent van het (leren) werken met gemengde leervormen. (Wat kost het, wat levert het ze op? Waar liggen drempels en waar uitdagingen? Wat zijn best practices? Hoe moet een training eruit zien?)

 

Deze onderzoeksvragen zijn onderzocht in 2 modellen:

Model A Blended learning met e-lectures, e-modules en e-assessment volgens een vast patroon: Flipping the classroom.
Model B Inzet van e-lectures, e-modules en e-assessment ter verrijking van specifieke onderwijsvormen

Resultaten

Model A

Zes cursussen van de Selective Utrecht Medical Master (SUMMA) zijn herontwikkeld volgens het flipping the classroom principe. Dat hield in dat de basisstof werd aangeboden in een iBook of Blackbook, vaak in de vorm van weblectures, tekst en kleine zelftoetsjes, en dat in het contactonderwijs onder begeleiding van de docent werd gewerkt aan toepassing en verdieping van deze basisstof.

Studenten lijken minimaal even goed te scoren op tentamens en docenten hebben de indruk dat studenten de stof beter beheersen door het type vragen dat ze stellen tijdens de bijeenkomsten.

Het is uiterst belangrijk dat de zelfstudiestof overzichtelijk en behapbaar is voor studenten. Het bestuderen van de basisstof is vaak niet toereikend om deze te kunnen toepassen. Een overgang tussen basisstof en toepassing in de vorm van bijvoorbeeld een zelftoets, voorbeeldcasus of worked example is dan ook wenselijk.

Een groep studenten is erg enthousiast over het flipping-concept en een groep studenten volgt liever traditioneel onderwijs.

Het flippen van je onderwijs kost behoorlijk wat tijd maar kan wel verdieping op leveren wanneer studenten goed voorbereid naar het contactonderwijs komen.

 

Model B

Er zijn zeven docentgeïnitieerde pilots uitgevoerd. In deze pilots is geëxperimenteerd met het inzetten van al dan niet verplichte zelfstudiemodules of zelftoetsen voorafgaand aan het onderwijs en het meer activeren van studenten tijdens contactonderwijs door bij kleinschalig onderwijs minder frontale instructie te geven en studenten meer in groepjes samen te laten werken en bij grootschalig onderwijs door voting tools in te zetten.

De impact op prestaties is moeilijk vast te stellen omdat de toetsing van jaar tot jaar vaak aangepast wordt. Daardoor zijn vergelijkingen met eerdere cohorten moeilijk te maken. Daarnaast betreffen de innovaties soms maar een deel van een cursus, en dus een (te) klein deel van de toetsing.

Het verplichten van voorbereiding maakt dat studenten zich beter inderdaad voorbereiden, maar studenten waarderen dit alleen positief wanneer de voorbereiding als zinvolle leeractiviteit en niet alleen als controlerend wordt ervaren (bijvoorbeeld wanneer ze een goede voorbereiding zijn op wat er in een werkgroep gaat gebeuren)..

Het verplichten van online voorbereiding leidt niet tot lagere intrinsieke motivatie bij studenten. Het aanbieden van behapbare online voorbereidingstaken (een e-module) wordt als meer motiverend ervaren dan te grote of onoverzichtelijke voorbereidingstaken (zoals het lezen van een aantal boekhoofdstukken). Met betrekking tot motiverend contactonderwijs zien we dat studenten het vooral waarderen wanneer er gelegenheid is voor interactie onderling, maar vooral interactie met de docent.

Docenten zijn over het algemeen vaak enthousiast over activerende vormen van contactonderwijs omdat ze zien dat dit studenten meer oplevert, maar zeggen ook dat het innoveren van je onderwijs wel veel tijd kost. Verder vinden zij het lastig studenten de toegang tot onderwijs te ontzeggen.

Training voor docenten

Binnen het project is een online training voor docenten (inloggen met Solis-ID) ontwikkeld. Docenten maken online kennis met blended learning en gaan in de workshop aan de slag met het blended maken van hun eigen onderwijs. Daarna kunnen zij dit online verder uitwerken. De training is gebaseerd op onderzoek naar wat de docenten nodig hebben, wat het ze kost, wat het ze oplevert om te (leren) werken met blended learning.

Publicaties

Aanbevelingen

  1. Om studenten te motiveren tot zelfstudie
    • Zorg dat studenten voldoende tijd hebben om de online zelfstudieactiviteiten uit te voeren. Maak eventueel zichtbaar in hun rooster wanneer ze dit zouden kunnen doen.
    • Bied zelfstudie activiteiten aan waarbij studenten uitgedaagd worden actief met de stof bezig te zijn en/of waarbij ze zichzelf kunnen toetsen op hun readiness voor het contactonderwijs d.m.v. formatieve toetsing of het aanbieden van voorbeeldcasussen.
    • Zorg ervoor dat de zelfstudie te overzien is qua hoeveelheid en moeilijkheidsgraad.
    • Zorg dat het voor studenten duidelijk is hoe in het contactonderwijs voortgebouwd wordt op de zelfstudie.
  2. Om tot verdiepend contactonderwijs te komen
    • Creëer ruimte voor interactie tussen studenten en docent en studenten onderling, waarbij daadwerkelijk geoefend wordt met de stof.
    • Ontwerp activerende opdrachten/casussen waar studenten in groepjes aan kunnen werken, zodat de docent feedback kan geven aan studenten over in hoeverre ze de stof goed begrijpen en toepassen.
  3. Om tegemoet te komen aan de werkdruk bij docenten
    • Zorg voor ondersteuning van de docent(en) bij het ontwikkelen van nieuw e-learning materiaal evenals het ontwikkelen van activerende en verdiepende opdrachten voor in het contactonderwijs. Dit kan door incidenteel een student-assistent aan te stellen, of door een onderwijsondersteuner aan te stellen bij de vakgroep.
    • Onderwijskundige en eventueel onderzoeksmatige begeleiding van docenten bij het herontwerpen van hun onderwijs, helpt om scherp te krijgen welke verbetering van het onderwijs wordt beoogd en hoe in kaart gebracht kan worden of die ook daadwerkelijk wordt bereikt.

Lees ook:

Print

You are free to share and adapt, if you give appropriate credit and use it non-commercially. More on Creative Commons

 

Are you looking for funding to innovate your education? Check our funding calender!