Een integrale klinische leerlijn in de bachelor Psychologie

18 November 2025

Educational project

Een integrale klinische leerlijn in de bachelor Psychologie

In dit project willen ze de huidige leerlijnen in het klinisch onderwijs dat aangeboden wordt vanuit de verschillende afdelingen (KP, OWP en PF) in kaart brengen (‘wat doen we nu?’). Ook willen ze een plan (leerlijnontwerp) voor verdere integratie van het klinisch domein onderwijs in de bachelor Psychologie ontwikkelen en uitwerken. Hier zal een haalbaarheidsanalyse aan worden gekoppeld. Binnen dit project richten ze zich specifiek op de kerncursussen die in de basis overlap hebben in kennis en vaardigheden, maar een specifieke differentiatie hebben (bijv. KP). Andere cursussen binnen het klinisch domein kennen al reeds een integrale aanpak (i.e. gesprekvoering basisvaardigheden) of kennen weinig overlap met andere cursussen binnen het klinisch domein (i.e. Psychofarmacology) en kunnen derhalve zonder (grote) aanpassingen in de nieuwe leerlijn een plek krijgen.

Achtergrond

Bij de herziening van het Bachelorcurriculum van de Psychologieopleiding in (2019-2021) zijn de oorspronkelijke studiepaden die de opleiding kenmerkten verdwenen. In het herziene curriculum ligt de focus op een meer integrale bachelor, waar studenten verschillende perspectieven binnen de psychologie leren hanteren en in staat zijn het verschil tussen deze perspectieven te zien. Binnen het curriculum zijn drie domeinen gedefinieerd, gericht op een toekomstperspectief waarbinnen studenten zich willen ontwikkelen, namelijk het fundamenteel wetenschappelijk domein, het maatschappelijk wetenschappelijk domein en het klinisch wetenschappelijke domein. Binnen deze domeinen kunnen studenten verschillende cursussen uit verschillende richtingen van de psychologie verkennen. Dit scherpt hen bij het maken van een keuze welke richting of master ze op willen, maar draagt ook bij aan het versterken van hun inter(sub)disciplinaire competenties.

Op veel plekken in het bachelor-psychologiecurriculum lijkt deze integrale benadering geslaagd: de nieuwe themavakken (BA2), 6 maar ook cursussen als ARMS (BA2), gesprekvoering basisvaardigheden (BA2), en de bachelorthesis (BA3) worden nu meer integraal behandeld, met een sterkere samenwerking tussen afdelingen tot gevolg. Wat betreft de afdelingen, of ‘richtingen’ binnen de psychologie die samen het klinische domein representeren (i.e. klinische psychologie – KP, ontwikkelingspsychologie – OWP, en neuropsychologie – PF) zijn echter nog steeds verschillende ‘zuilen’ zichtbaar. Deze afdelingen organiseren hun eigen, op elkaar aansluitende cursussen, waarin ze vanuit hun eigen insteek (of door hun eigen bril) klinische thema’s zoals psychopathologie en diagnostiek belichten. Naast dat dit leidt tot overlap tussen verschillende, deels vergelijkbare cursussen van verschillende afdelingen, betekent dit ook dat studenten die zo’n cursus volgen, maar één perspectief geboden wordt. Dit is jammer, want dit is niet in lijn met de ambitie van de nieuwe bachelor, en is ook voor de studenten een gemiste kans. De domeingedachte was dat studenten, die vaak wel weten dat ze de klinische kant op willen maar nog niet precies weten met welke doelgroep, binnen het klinische domein de ruimte krijgen om zowel de samenhang als de verschillen tussen de specialisaties te leren zien en daarmee weloverwogen een keuze kunnen maken voor een masterrichting. Bijna een kwart van de studenten volgt nu opeenvolgend diagnostiekcursussen van ten minste twee richtingen. Naast dat deze cursussen zoals eerder genoemd veel overlap hebben in kennis en vaardigheden, houden studenten hierdoor weinig ruimte over om zich binnen de profileringsruimte breder te ontwikkelen, bijvoorbeeld door cursussen te kiezen die aangeboden worden buiten de opleiding/faculteit.

Praktisch gezien levert een dergelijke integratie ook voordelen op. Binnen de klinische afdelingen worstelen de onderwijscoördinatoren sterk met de inzet van docenten, want klinisch vaardige docenten zijn schaars. Het streven is eerder geweest om meer breed inzetbare klinische docenten aan te trekken, maar dit is slechts beperkt gerealiseerd, mede doordat de afdelingen sterk gescheiden opereren op het niveau van personele inzet en cursusontwikkeling. Indien meer samen wordt gewerkt tussen afdelingen, zoals bijv. ook bij de themavakken het geval is, schept dit personele voordelen. Een afgestemd onderwijskader maakt ook hierin samenwerking beter mogelijk.

Daarnaast zijn er veel lopende ontwikkelingen gaande op het gebied van klinisch masteronderwijs. Zo is de afdeling OWP aan het verkennen hoe de meer specialistische kinder- en jeugddiagnostiek een plek kan krijgen in de master- in plaats van in de bacheloropleiding. Ook de komst van het Adaptieve Psychologische Vervolgopleidingen (APV) programma gaat consequenties krijgen voor studenten en ons onderwijs. In het APV programma werken opleidingsexperts, zoals hoofd- en praktijkopleiders, 8 brancheorganisaties, beroepsverenigingen samen met universiteiten om te komen tot vernieuwingen in de psychologische vervolgopleidingen. Een centraal uitgangspunt is het realiseren van een directe aansluiting tussen de klinische masteropleidingen en de vervolgopleiding tot gezondheidszorgpsycholoog (GZ[1]psycholoog). Deze ontwikkeling zal ons vermoedelijk vragen om een meer geïntegreerde klinische master vorm te geven. Ook hierbij past de ambitie om studenten breder en meer integraal op te leiden in de bacheloropleiding, en daarbij de aansluiting onze masteropleidingen en met het werkveld goed in het oog blijven te houden. Nu de herziening van het bachelor curriculum in een vergevorderd stadium is, en er veel veranderingen zijn geweest bij de afdelingen op het gebied van personeel en onderwijs, is er een goed moment aangebroken om dit verder te verkennen, en ons onderwijs te bekijken in het licht van de kernpunten van het huidige curriculum, en toekomstige ontwikkelingen.

Resultaten

Binnen dit project leveren ze een rapport op dat de volgende onderdelen omvat:

  1. Een curriculumanalyse: Een uitwerking van de resultaten van de curriculumscan.
  2. Een visieverkenning: Een samenvattend beeld van de houding en ideeën van cursuscoördinatoren en docenten ten opzichte van (veranderingen in) ons klinisch onderwijs.
  3. Een overzicht van de randvoorwaarden: Een helder overzicht van interne en externe randvoorwaarden die invloed uitoefenen op de vormgeving van ons klinisch onderwijs en eventuele aanpassingen hierin.
  4. Een leerlijnontwerp: De uitwerking van een integrale leerlijn voor de kerncursussen binnen het klinische domein die deel uitmaken van de bacheloropleiding Psychologie.
  5. Een haalbaarheidsanalyse: De uitwerking van de haalbaarheidsanalyse en, bij een positief resultaat daarvan.
  6. Een concreet stappenplan voor de implementatie van deze leerlijn.
Print

You are free to share and adapt, if you give appropriate credit and use it non-commercially. More on Creative Commons

 

Are you looking for funding to innovate your education? Check our funding calender!